Wat dit inhoudt ? Dat we dankzij het internet inzicht krijgen in de manier waarop onze hersenen met ons praten. Of anders gezegd : hoe ons interne gesprek plaatsvindt.
Het interne gesprek
Ter verduidelijking : jij, ik en iedereen “praten” in ons hoofd. Je kent dat wel, je loopt over straat en ziet iemand struikelen. Een stem in je hoofd zegt dan iets als “die moet beter uit zijn doppen kijken”, of : “gelukkig is die vrouw niet gevallen”. Die stem of stemmen dus. En ze zijn volkomen normaal, vinden psychologen.
Die stem ben je natuurlijk zelf en deze interne gesprekken doen we moeiteloos, omdat ze meestal bleven steken in ons onderbewustzijn.
De ontdekking is dat deze gesprekken steeds vaker boven komen drijven, dankzij de mogelijkheden van het internet.
Dit heeft een aantal oorzaken :
- We zijn steeds meer schrijvend online, op bijna ieder moment van de dag
- Email, Twitter, blogs en MSN hebben een zeer lage drempel om iets te publiceren.
- Door het gemak is een cultuur ontstaan van snel, structuurloos schrijven.
- We denken anoniem te schrijven op het internet.
Gecombineerd levert dit een mix op, waardoor mensen zo snel gaan schrijven en verzenden, dat onze normale barrières verstek laten gaan.
Een paar voorbeelden:
Bekend is de te snel verzonden mail, waardoor je fouten, onlogica en andere dommigheden verzendt. Zoals: een mailtje naar de afzender “Send to all” in een multinational.
Een andere is de emotionele mail of blogpost : een stuk op een site of een ontvangen mail maakt de schrijver erg boos. Hij klimt in de muis en reageert zijn woede af op het mailprogramma. Voor hij er erg in heeft, is de emotie en niet het verstand verzonden. Online heeft dit vaak “flame-wars” tot gevolg.
Een heel andere vorm is het “atoom-gesprek”.
Ik heb hier al eerder over geschreven, maar toen kon ik dit nog niet helemaal plaatsen. Het is het voeren van een gesprek in golven, met horten en stoten, zonder dat je begin of einde van het gesprek kan vinden.
Je krijgt schoten hagel in achtereenvolgende mails gestuurd, zoals :”Het zou verdikke verboden moeten worden!” (volgende mail:) “Hier gaan we wat aan doen !” – en dat alles, zonder dat je door hebt waar het precies over gaat of waar wie wat aan gaat doen.
In een zakelijke context levert dit zoveel stress op (“wat heb ik gemist? Waarom begrijp ik dit niet? Waar HEEFT hij het in hemelsnaam over ?!?!”), dat anderen ook hun reserves laten varen en gaan terugschieten. Het resultaat lijkt op een vergadering van Cro Magnon-mensen of een zondagnamiddag op het rugbyveld.
Het meest recent ontdekte loot aan deze stam is het bericht, dat iemand aan zichzelf schrijft. Bedoeld als een actiepunt of uit verveling.
Dit laatste zie je regelmatig terug op blogs, waarbij iemand probeert haar of zijn dagelijkse leven rauw en direct te beschrijven. Dit is vaak even spannend als verf zien opdrogen, maar het levert wel vaak interessante inzichten in het interne gesprek. Voorbeelden als “..ik zou eigenlijk x moeten doen, maar daar heb ik geen zin in (…) maar dan wordt hij weer boos, dus dan ga ik zo maar”.
Als je niet begrijpt wat ik met dit laatste bedoel, bekijk eens een gemiddelde chatroom voor tieners en je krijgt het idee. Droedelen met woorden kan je het noemen.
Het leuke is dat als je mensen wijst op deze digitale oprispingen, ze zich betrapt voelen en verlegen reageren. Ze beseffen zich dat de innerlijke remmingen toch wel een functie hebben en verexcuseren zich snel.
Conclusie en aanbeveling
Het is dus niet-schadelijke communicatie, waardoor je je niet moet laten verleiden tot directe beantwoording. Ook hoef je er niet meer bang of boos over te worden : zie het maar alsof iemand even digitaal zijn eigen dagboek aan het volkladderen is.
En als iemand met zijn eigen hersenen aan het praten is, dan moet je maar even niet storen.