Jan Kees is een mede-blogger, die mijn blog al meer dan een jaar volgt. Hij reageerde op mijn laatste blog van eind Juli met het volgende commentaar, wat ik jullie niet wil onthouden :
Ik zou microverzekeringen in Duitsland beginnen, daar zijn ze erg risicomijdend en verzekeren ze alles.
Persoonlijk denk ik dat je geen risico’s moet verzekeren die je zelf zou kunnen dragen. Op de korte termijn levert dit misschien wel een financieel risico op, maar op de lange termijn bespaart dit een hoop.
Een lastig punt bij microverzekeringen is de kosten/baten verhouding tussen premieopbrengsten en afwikkelingskosten. Als je een verzekering ontwikkeld waarbij je Ipod verzekert is tegen verlies en diefstal op Mystery Land, hoe controleer je dan dat het apparaat daadwerkelijk op dat moment verloren is gegaan?
Een ander obstakel dat ik zie is de verhouding premie/waarde van het te verzekeren object of de gebeurtenis. Alles is te verzekeren maar hoe unieker de verzekering, hoe minder de wet op de grote getallen geldt en hoe hoger de premie wordt. De inschatting van het risico wordt ook lastig. Hoe verzeker ik me voor het risico dat mijn schoonmoeder op bezoek komt op mijn wekelijkse kaart- of film avondje en wat is dan eigenlijk de schade?
Je kunt natuurlijk gaan bundelen zoals bij peer to peer leningen plaatsvindt, maar waar het bij leningen om een commodity gaat en de vergoeding voor het risico deels gebaseerd is op een objectieve maatstaf (het interbancaire rentepercentage), geldt dit bij verzekeringen niet.
Ik denk dat je vriend wel eens gelijk zou kunnen hebben met zijn longtail uitzondering.
Leuk onderwerp om een keer over door te filosoferen trouwens.
Het commentaar in Blogger is slecht te lezen, vandaar deze verduidelijking. De reactie vond ik te leuk om “verborgen” te laten.